Vorige week ging ik het gevecht aan met de braam. Op een moment dat ik frustratie in me voelde. Het was een heerlijk gevecht, met schrammen, weerhaken, zweten, overwinningen en verliezen.
De parallel tussen de braam snoeien en het omgaan met mijn patronen kwam boven.
Dat ik sommige gedachten/oordelen niet weg kan krijgen, want ze zitten nog breed geworteld onder de grond. Of ze wortelen opnieuw als de tak de grond opnieuw raakt.
Dat ik stukken weg kan sleuren, mits af en toe een haak en een schamp in/tegen mijn vel.
Dat ik stukken gewoon weg kan knippen, als ik er bewust naar kijk.
Dat sommige geknipte stukken niet vantussen de hoge struik te krijgen zijn. Dan kan ik ze laten hangen om op te drogen. Misschien kan ik het stuk volgend jaar verwijderen, misschien blijft het daar nog even hangen.
En dat is allemaal oké, het verloopt allemaal op zijn eigen tijd.